Tweespraak – Psychotherapeut Rob van Boven en psycholoog Luuk Mur praten over…seksualiteit als medicijn (Bonobo 3).

Tweespraak – Psychotherapeut Rob van Boven en psycholoog Luuk Mur praten over…seksualiteit als medicijn (Bonobo 3).

Luuk: In onze vorige tweespraak filosofeerden we over de menselijke conditie. Het speciale van de menselijke soort is dat deze door twee krachten wordt aangestuurd. In de eerste plaats vanuit de aangeboren genetische aanleg. We maakten daarbij de vergelijking met het aan ons meest verwante dier, de Bonobo. Deze aap wordt gekenmerkt door onderlinge zorg, verbondenheid en vredelievendheid. Bij onderlinge spanning en agressie wordt veelvuldig een uitweg gezocht in seksuele activiteiten. En bedenk dat de Bonobo net zo verwant is aan de mens als de vos dit is aan de hond.
Bij de mens is daarnaast sprake van een bewuste geest met daaraan gekoppeld een sterk gevoel een individu te zijn. Proberen te begrijpen is een essentiële eigenschap van de mens. Dit heeft geleid tot de huidige moderne wereld, met als belangrijke kernwaarde de Rede. Dat betekent niet dat de moderne mens rationeel denkt, maar wel dat we altijd onze toevlucht kunnen zoeken in het pogen rationeel te denken. Daartoe hebben we wetenschap ontwikkeld.

We hebben ook gesproken over de mogelijkheid dat de aangeboren oriëntatie van de mens en de bewuster wordende geest vanaf het ontstaan van de mens met elkaar in conflict stonden. Een aangeboren oriëntatie van ‘in-de-wereld-zijn’, met de loyaliteit aan de stam, kan tot ander gedrag leiden dan gedragskeuzes gebaseerd op het proberen te begrijpen van onze wereld (ik-tegenover-de-wereld). De mens heeft een verdeeld zelf, dat hij echter niet begreep en daarom verdrong. Het deel dat probeerde te begrijpen werd dominant en verdrong de paradijselijke saamhorigheid naar een uithoek. Tal van psychologen, biologen en filosofen hebben gesproken over het verdeelde zelf, waarvan de analogie van de menner met de twee paarden van Plato een bekend voorbeeld is.

Het deel dat probeerde te begrijpen werd dominant en verdrong de paradijselijke saamhorigheid naar een uithoek.

Door het ‘proberen te begrijpen’  , heeft de mens zich kunnen ontwikkelen tot een bijzonder succesvol dier, maar het heeft daarbij zijn geluk verloren. De mens lijkt steeds meer voor zichzelf te kiezen en vergeet zijn aangeboren liefdevolle oriëntatie. Daardoor ervaart hij onvrede en schuldgevoel.
Er is echter geen reden, om deze twee oriëntaties als onverenigbaar te zien. Juist het vermogen van de mens om te kunnen begrijpen, kan de interne verdeeldheid, met de ervaren onvrede, oplossen. Het is van belang dat we gaan inzien dat onze liefdevolle aangeboren oriëntatie juist ondersteund kan worden door onze mogelijkheden om te begrijpen. Dan kunnen we veel individueel en maatschappelijk geluk (terug)vinden. En we kunnen makkelijker ons absurde gedrag (oorlogen, wreedheid, slavernij) achter ons laten, net zoals we oplossingen kunnen vinden voor armoede en eenzaamheid.
Rob: In mijn visie hebben we ons te realiseren dat we twee basale behoeftes hebben en dat die twee complementair zijn.
A: Zelfrealisatie. Hieronder versta ik de behoefte om vrij te zijn in wie we zijn. We willen autonoom zijn, eigen individuen. Vaak wordt dat begrepen als kunnen doen wat we willen, maar dat lijkt mij een vergissing als dat vrijheid zou betekenen. Vrijheid zie ik als tot uitdrukking kunnen brengen van wat er in mij leeft. Dat versta ik onder kunnen zijn wie ik ben.
B: Relatie-realisatie. De behoefte om ons verbonden te weten en daarin te investeren.
Helaas zijn we deze twee behoeftes veelal gaan begrijpen als niet verenigbaar, terwijl ze elkaar juist nodig hebben om tegelijkertijd zowel vrijheid als verbondenheid van betekenis te laten zijn. Extreem gesteld: vrijheid zonder verbondenheid is leeg en eenzaam en verbondenheid zonder vrijheid is benauwend en gevangen makend.

Extreem gesteld: vrijheid zonder verbondenheid is leeg en eenzaam en verbondenheid zonder vrijheid is benauwend en gevangen makend.

Luuk: Wat kunnen we leren van de Bonobo’s?
In de eerste plaats is er veel voor te zeggen dat we als soort van nature niet agressief zijn. Met onze grote genetische overeenkomst met de Bonobo (98.4%) is de stelling dat we juist vredelievend zijn verdedigbaar. Onze agressie kan verklaard worden door het door ons onbegrepen verdeelde zelf, waarbij genetische aanleg en het denken met elkaar in conflict zijn.

In de tweede plaats kunnen we leren dat vrij seksueel gedrag een middel kan zijn om agressie te voorkomen. Onderzoekers van Bonobo’s hebben de conclusie getrokken dat hun veelvuldige seksuele gedrag sterk gelinkt is aan hun vredelievendheid en zorg voor elkaar. Ook bij de mens lijkt die samenhang te bestaan. Culturen waarbij er een grote mate van seksuele vrijheid is, worden gekenmerkt door een laag niveau van sociaal conflict. Scandinavische landen worden daarbij als voorbeeld gezien, maar ook Nederland staat, of moet ik inmiddels zeggen stond, bekend om seksuele vrijheid, gelijkwaardigheid tussen man en vrouw en tolerantie. In culturen waarbij op seksualiteit een sterk taboe rust, worden juist gekenmerkt door veelvuldige conflicten en geweld. Als voorbeeld worden culturen in het Midden-Oosten genoemd, waarbij ongetrouwde vrouwen in een voortdurende angst moeten leven hun maagdelijkheid te verliezen en vaders en broers als permanente bewakers van de vrouw optreden.
In Nederland slaat preutsheid inmiddels ook weer toe. Een recent voorbeeld is de discussie over naakt op schilderijen. Het wordt als progressief beleid verkocht als naakt in musea verwijderd wordt, in de wens tegemoet te komen aan culturele overgevoeligheid. Dit soort paternalisme werd in de jaren zeventig en daarna weggehoond. ‘Make love, not war’ was, en is, ons adagium.