Waarom mensen elkaar uitschelden voor nazi.

Waarom mensen elkaar uitschelden voor nazi.

Luuk
In de politiek is het gebruikelijk om vooral bezig te zijn met het afbreken van het standpunt van de ander. Deze hobby van politici wordt steeds vaker overgenomen door burgers. In de Verenigde Staten zijn fysieke aanvallen op andersdenkenden aan de orde van de dag. Maar ook in Nederland zijn de tegenstellingen groot. GroenLinksers, D66-ers en PvdA-ers zijn de tegenpolen van de aanhangers van PVV en FvD. Ze hebben diepgaande negatieve aannames over elkaar. Wederzijdse verkettering en het elkaar etiketten opplakken als fascist, racist of landverrader is gewoonte geworden. Daardoor wordt het moeilijker om onafhankelijk te denken en juist van het denken moet de mens(heid) het hebben.

Rob
Het zou inderdaad heel mooi zijn als we actief geïnteresseerd zouden zijn in elkaar. In plaats daarvan zenden we ons eigen bekende standpunt uit, met als motivatie dat dit de waarheid moet zijn.

We willen natuurlijk allemaal gehoord worden.

Wij willen natuurlijk allemaal gehoord worden en als we enkel bezig zijn om onze eigen mening gehoord en geaccepteerd te laten worden, dan zijn we niet bezig om de ander te horen en te begrijpen. Als we met z’n allen hiermee bezig zijn, is het een kakofonie van monologen, zonder dat er een verbinding ontstaat. Wat een eenzaamheid met z’n allen.
Om ons zelf te rechtvaardigen niet geïnteresseerd te zijn in de ander, kunnen we de ander afdoen met een of meer oordelen. Onze nieuwsgierigheid naar de ander is dan afgekapt.
Wat ik bedoel met actief geïnteresseerd zijn in de ander is dat ik, nadat ik mij kenbaar heb gemaakt, de ander uitnodig zijn of haar standpunt en beleving, verder uit te leggen, opdat ik de ander ga begrijpen.

Luuk
Weten we zeker dat we gelijk hebben in de politiek? Nee, natuurlijk niet, het is geen weten, maar een geloof. Helaas beseffen we dit onvoldoende. We zouden wensen dat ons geloof meer zekerheid bood. Dat is onze behoefte, we willen het bewijs ontvangen dat we een deugdzaam mens zijn, ondanks alle egoïstische beslissingen die we, ten nadele van anderen, in ons leven genomen hebben. Al ons egocentrische overlevingsgedrag, dat we ingezet hebben om ons te handhaven en onze onbegrensde begerigheid te bevredigen, heeft ons moreel verward. We zitten zo vol schuldgevoel, dat we het favoriete partijprogramma als de waarheid willen zien. We zijn graag bereid te stoppen met denken en de praatjes van de partijleider van onze voorkeur met religieuze opluchting in ons op te nemen. Als we ons maar moreel goed kunnen voelen. En zoals een ware gelovige betaamt, kunnen we ons niet voorstellen dat er mensen met nobele motieven zijn die ons geloof niet delen. Nee, dat moeten wel mensen zijn met duistere bedoelingen.

Onze eigen morele crisis ligt aan de basis van onze afschuw voor de andere politieke mening.

Onze eigen morele crisis ligt aan de basis van onze afschuw voor de andere politieke mening. We willen vooral duidelijk maken, en in de eerste plaats aan onszelf, dat we onzelfzuchtig en tolerant zijn. En daarom richten we onze haat op de tegenstander, in wie we de dictator met het kleine snorretje menen te herkennen, want dat is het morele ijkpunt van onze geschiedenis. Zo kunnen we alsnog in het verzet, een kleine eeuw na de oorlog. We verklaren de ander als nazistisch of fascistisch, en daarmee is het einde dialoog.

Probeer er eens vanuit te gaan dat de andere nobele motieven heeft, of organiseer je eigen tegenspraak en confronteer je met andersdenkenden, zou je zeggen. Maar dat is nu juist het probleem bij geloofskwesties, het gaat over opvattingen over goed en kwaad, het niveau waar men tegenstellingen niet wil overbruggen. En dan komt er het moment dat de rechter een uitspraak moet doen of Thierry Baudet terecht racisme in de schoenen geschoven is door VPRO/Buitenhof.