Mijmeringen over bewustzijn.

Mijmeringen over bewustzijn.

Het specifieke kenmerk van de mens, dat wat ons onderscheidt van andere dieren, is ons abstract denkvermogen. Hoe we ons denkvermogen gebruiken, kenmerkt zich niet per se door wijsheid. We kennen betekenis toe aan hetgeen we meemaken. Vervolgens gaan we geloven in de betekenis die we toegekend hebben aan een ervaring. Zo ontwikkelen we een geloofssysteem. We weten inmiddels dat we door te denken dit geloofssysteem niet of heel moeilijk kunnen veranderen.

Een voorbeeld: Je trok in je jeugd de conclusie dat je niet gewenst was. Met die ervaring ging je de wereld zien. Dat werd het fundament van je geloofssysteem. Je ging jezelf beschermen tegen deze pijnlijke gevoelens, die het gevolg zijn van wat je bent gaan geloven.  Dat kan zijn door jezelf zoveel mogelijk terug te trekken of vooral niet lastig te zijn. Of misschien ging je juist heel nadrukkelijk aanwezig zijn, wat door anderen juist als heel vervelend ervaren kan worden. Het pijnlijke gevoel van je vroegste ervaringen, probeer je zoveel mogelijk te ontkennen voor jezelf. Ook ga je een verhaal maken over wat er aan je mankeert en hoe je eigenlijk zou moeten zijn. Je ontwikkelt een uitgebreid geloofssysteem. Aan anderen doe je jezelf heel anders voor dan je gelooft wie je bent. Je zet een masker op en dat is hetgeen je laat zien. Het grootste deel van het geloofssysteem is al klaar als je zeven jaar bent en dus voor dat je bewustzijn hebt over wat er gebeurt.

Zonder bewustzijnsgroei zou het kunnen betekenen dat je met deze ideeën blijft leven. Je kan je voorstellen dat je schuw voor mensen wordt en je steeds meer isoleert. Je onverstandige verstand volgt je geloofssysteem en daardoor raakt je de connectie met je ‘natuur’, je DNA kwijt. In je DNA staat natuurlijk niet dat je ongewenst bent, die conclusie heb je zelf getrokken op basis van je ervaringen en de herhalingen die je zelf organiseert. Je natuurlijke zelf heeft zijn eigen intelligentie, maar door het doorlopende lawaai van je geloof-aangestuurde verstand raakt dit uit beeld. 

                                                           ——–

Openheid is de essentie van ons bewustzijn. De werkelijkheid manifesteert zich in ons bewustzijn. Sam Harris, neurowetenschapper, filosoof en eigenaar van de meditatie app ‘Waking Up’, leert je door middel van meditatie eerst alle vormen die zich in je bewustzijn aandienen bewust te worden en vervolgens om de aandacht te richten op de ruimte waarin dit plaatsvindt. Sam Harris baseert zich daarbij op Dzogchen, een eeuwenoude Tibetaanse leer, gericht op het realiseren van verlichting. Dat kan omschreven worden als de natuurlijke staat die inherent puur, alomvattend, tijdloos en helder is.

Hij legt de nadruk op het onderscheid tussen de verschijnselen die zich aandien in het bewustzijn, zoals personen, gebeurtenissen, gedachten, gevoelens (bewustzijnsinhouden) en het inhoudsloze bewustzijn zelf. Het bewustzijn zelf wordt omschreven als ruimte of openheid. Het is van een andere aard dan de verschijnselen die erin plaatsvinden.

Er is dus een onderscheid tussen bewustzijnsinhoud, zoals de geloof-aangestuurde belevenissen hierboven genoemd, en het open bewustzijn, waar alles zich in manifesteert. Het lukt lang niet iedereen dit open bewustzijn te herkennen, je blijft dan alleen de bewustzijnsobjecten zien. Vergelijk het met de hemel die niet te zien is door de zware bewolking. Het geloofssysteem zorgt voor de bewolking, waardoor het open bewustzijn onttrokken wordt aan de ervaring.

De 2020 overleden Nederlandse filosoof Otto Duintjer omschreef het open bewustzijn als manifestatieruimte. Ons bewustzijn is ruimer dan wat dan ook, dus ook ruimer dan het taalkader of het cultuurpatroon waar we in leven. In het open bewustzijn wordt de cultuur en de taal aangeleerd. Alles wat we meemaken of bedenken, hoe groot of klein ook, manifesteert zich als een soort film in het open bewustzijn. Deze universele vorm van bewustzijn onderscheidt hij met nadruk van gespecialiseerde vormen van bewustzijn. De specifieke vormen van bewustzijn zijn bijvoorbeeld verstandelijk redeneren, fantaseren, dromen, kijken en luisteren. Volgens deze filosoof deelt eenieder de universele dimensie van het bewustzijn, meestal zonder zich daarvan bewust te zijn. Deze dimensie wordt dus niet beperkt door taal, cultuur of traditie, het gaat eraan vooraf.

Het geloofssysteem, dat de bewolking veroorzaakt, is vooral egocentrisch van aard. Dat komt doordat het fundament gelegd wordt voor het zevende jaar van een kind. Het kind ziet zichzelf dan nog als centrum van het bestaan. Het open bewustzijn, de blauwe hemel, is onbegrensd, heeft geen vorm of kleur of welke inhoud dat ook. Het open bewustzijn is vrij van geloof, vrij van concepten, vrij van betekenis. Er is geen dualiteit of polarisatie. Je zou kunnen verwachten dat als je in staat bent deze open manifestatieruimte te herkennen, dat dualiteiten verdampen en samenhang vanzelfsprekend is.