Oordeel als wapen.

Oordeel als wapen.

Max van den Berg stond met een brandende fakkel voor het huis van mevr. Kaag van D66. Dat is de schuld van het ‘haat-zaaiende’ Forum verweet partijleider dhr. Segers van de Christen Unie zijn ambtsgenoot Thierry Baudet van het FVD. Segers twitterde “Tegen iedereen met een zwak voor het FVD zou ik willen zeggen: “word wakker. Als je keer op keer het vergif van ‘verzet’, ‘tribunalen’ en ‘opsluiting van je politieke tegenstanders’ zaait, dan is het dit soort intimidatie en bedreiging dat je oogst”. Later bleek dat deze Max een vooraanstaand lid van een andere politieke partij, namelijk ‘Jezus leeft’.

We interpreteren de hele dag door. We denken in categorieën, of we nu willen of niet. We creëren met categorieën, taal en oordelen een wereld van betekenissen, ons geloofssysteem. Het is een unieke kwaliteit van mensen, het ontdekken van patronen. Waar het mis gaat is dat we geloven dat deze patronen werkelijk bestaan in de werkelijkheid. Doordat we patronen zien die er in werkelijkheid niet zijn, bedenken we verhalen die niet op feiten gebaseerd zijn. Het is ons geloofssysteem waar vanuit we de wereld benaderen. Op basis daarvan oordelen we, zonder dat we beseffen dat ons geloofssysteem niet de werkelijkheid is. Er zou veel gewonnen zijn als we ons oordeel zouden ervaren als “gewoon mijn mening, op dit moment” of ”Zo zie ik het nu”.

Toen Oud GroenLinks-kamerlid Zihni Özdil een afwijkende mening uitte over het toen nog door de partijtop van zijn partij GroenLinks omhelsde leenstelsel voor studenten, werd hij de partij uitgewerkt. Hij moest vertrekken en tegen journalisten werd fijntjes gezegd dat hij een alcoholprobleem had. Voor de bus gooien heet dat en een duidelijk signaal dat hij in de toekomst beter kon zwijgen. Eerder ging Özdil na een fel debat lachend op de foto met de ‘rechtse’ denker uit de hoek van het FVD, dr. Sid Lukkassen. Dat had niet gemogen van de jongeren van GL. Hij kreeg bericht van de jongerenorganisatie dat er een statement tegen hem uitgebracht zou worden. Hij zei zijn Kamerlidmaatschap op en verliet de partij.

“De grootste angst van progressief Nederland is een allochtoon met een eigen mening”, zei Zihni Özdil onlangs tegen een Telegraaf journalist. Zelf groeide hij op als zoon in een Turks gastarbeidersgezin. De wijk waarin hij opgroeide was een witte arbeiderswijk, hij werd er uitgescholden en in elkaar geslagen. Er was één gezin waar hij altijd naar toe kon vluchten, een gereformeerd gezin, de fam. Bontenbal. Daar kreeg hij de socialistische boodschap van Jezus van kleins af mee. Özdil is jarenlang in discussie gegaan met rechtse denkers, maar overal kreeg hij daardoor bonje, op de universiteit, in de media, in de politiek. “Je krijgt dan alleen maar haat van witte progressieven. Ze hebben een koloniale slavenhouders mentaliteit. Het is de kwezelarij van de lage verwachtingen, ze willen alleen een zielige allochtoon”, vertelde hij de journalist.

Volgens Özdil gebruikt links ‘anti-racistische’ woke onderwerpen, zodat ze zichzelf progressief kunnen blijven voelen. Maar eigenlijk zijn ze juist rechts, omdat ze de onderklasse verwaarlozen. Deze uitspraken werden onmiddellijk gevolgd door verdere beschuldigingen aan het adres van Özdil. Een oud campagnestrateeg bij GroenLinks beschuldigde hem kort na dit interview op Twitter van seksueel wangedrag. Een nieuwe poging om hem te laten zwijgen.

Overal creëren we patronen, opgebouwd uit taal en categorieën. Zo vormen we onze meningen en we vergeten daarbij dat deze meningen geen waargenomen fenomeen zijn, maar voortkomen uit ons geloofssysteem. We houden ons geloofssysteem in stand door onszelf steeds weer dezelfde patronen voor te houden. We gaan die patronen als onszelf herkennen en verdedigen tegen andere meningen, oordelen en geloofssystemen. Contrasterende meningen van anderen ervaren we als aanvallen op ons zelfbeeld. We gebruiken oordelen om ons te onderscheiden van anderen, waarbij bij voorkeur de ander niet deugt en als gevolg daarvan wijzelf dus wel.

“Er komen tribunalen” riep Pepijn van Houdelingen van het FVD tegen Sjoerd Sjoerdsma van D66. Gesprekken in de tweede kamer ontaarden regelmatig in discussies waarbij de gebruikte stellingen met steeds meer overtuiging gebracht worden. Het ervaren van verbondenheid zal vervolgens steeds verder uit het bewustzijn van de kamerleden verdwijnen.

Moeten we ons afzetten tegen de ander om te kunnen blijven wie we zijn, of liever gezegd moeten we ons afzetten tegen de ander om niet kwijt te raken waar we ons mee geïdentificeerd hebben? Alsof we zijn met waar we ons mee geïdentificeerd hebben. Het lijkt er dan op dat we ons staande kunnen houden door ons af te zetten. Met je afzetten tegen het zogenaamde ongelijk van de ander kunnen we ons “beschermen” tegen onzeker worden over wat we zijn gaan geloven over onszelf en onze visies.

In het Boeddhisme leer je juist dat we niet onze gedachten en ons geloof zijn. Je identificeren met een geloofssysteem veroorzaakt onvrede en conflict. Op zich is er niets mis met een geloofssysteem, maar het is wel belangrijk te blijven inzien dat het een geloof is en niet de werkelijkheid. Een oud Zen-gezegde is: “The conflict beween right and wrong is the sickness of the mind”. Dreigen met een tribunaal geeft vast een kortstondige kick, maar zal onherroepelijk tot nieuwe onvrede leiden. We kunnen vermoeden dat het tribunaal in onszelf zit.