Vergeet onze oorsprong niet.

Vergeet onze oorsprong niet.

Probeer je voor te stellen dat je een levensecht spel speelt in een virtuele wereld. Je controleert een avatar en je gaat op in het spel. Het spel lijkt geen einde te kennen en het wordt een verslaving. Ieder vrij moment ga je achter de computer zitten en speel je. Je koopt zelfs bijbehorende kleding, zodat je als je speelt zoveel mogelijk lijkt op de avatar die je controleert. Desnoods trek je ’s nachts een speciale pyjama aan met de foto van je avatar. Tijdens het spel bestaat de reële wereld niet meer voor je. De deurbel negeer je, de telefoon staat op vliegtuigstand, je huisgenoten weten dat je niet gestoord wil worden.

Je wordt de avatar en je beleeft het niet langer als een virtuele wereld, gecreëerd door het computerprogramma. Je ervaart niet dat jij de avatar bestuurt, de avatar ben jezelf. Je leert de andere avatars, bestuurd door andere mensen die je niet kent, door en door kennen. Je voelt verbondenheid met de andere avatars, waarvan je de ene sympathieker vindt dan de andere.

Hele periodes verlies je het contact met de echte fysieke wereld en beleef je jezelf in het virtuele spel. In het boek Silicon gebruikt natuurkundige en uitvinder Federico Faggin dit verhaal om duidelijk te maken hoe onze aandacht gevangen en vernauwd kan raken, zonder dat je het doorhebt.

In de werkelijke wereld kan iets vergelijkbaar plaatsvinden. We gaan dan niet op in een virtuele wereld, maar in de fysieke wereld. We zijn in de westerse samenleving steeds meer gaan geloven dat we ons lichaam zijn en dat ons bewustzijn voortkomt uit onze hersenen. Wij denken daarentegen dat bewustzijn fundamenteel is. We gebruiken liever het woord wordingsdrang dan bewustzijn en we denken dat deze wordingsdrang de bron van alles is en dat de levende natuur hieruit voortkomt. We denken dus dat er eerst wordingsdrang is en daarna de mens die zijn lichaam, als ware het een kledingstuk, draagt. Kunnen we het ons nog voorstellen dat onze werkelijke entiteit niet ons lichaam is, maar dat het lichaam een middel is om te leven in de fysieke wereld.

Als je geheel opgaat in je avatar vergeet je dat jij de avatar controleert en ga je er zelfs vanuit dat je de avatar bent. Als je stopt je te identificeren met de avatar, bijvoorbeeld omdat hij vermoord wordt, dan realiseer je je weer dat je degene was die de avatar bestuurde en sta je weer volledig open voor de signalen die je lichaam geeft en besef je weer waar je bent.

En analoog, als je volledig opgaat in je lichaam vergeet je dat je datgene bent die je lichaam bestuurt. Of anders geformuleerd, je beseft niet meer dat de leegte vol potentie de bron is waar alles uit ontstaat. De vooraanstaande wetenschappers Fernando Faggin (natuurkunde) en Bernardo Kastrup (filosofie en computer engineering) baseren zich op de kwantumtheorie en zijn van mening dat de fysieke werkelijkheid in wezen mentaal is.

Zo kan de Nabij de Dood ervaring uitgelegd worden. Alle informatie waarmee je je bent gaan identificeren wie je zou zijn en hoe de wereld in elkaar zou zitten, signalen vanuit je linkerhersenhelft, liggen stil. Wat overblijft zijn de ervaringen waarvan je altijd dacht dat die ook strikt aan het lichaam verbonden waren, maar in werkelijkheid uit de kwantum-wereld komen, met de rechterhersenhelft als medium. Doordat je niet meer afgeleid wordt ervaar je dit juist heel helder en schoon.

De werkelijke “jij” is dan een deel van alles, dat wij wordingsdrang noemen, maar allerlei benamingen kan hebben zoals Bewustzijn (Faggin), de Wil (Schopenhauer), Wereldziel (Schelling), God (religies), Leegte vol potentie (Boeddhisme). We moeten om dat te ervaren eerst beginnen wakker te worden uit onze hypnose, van waaruit we geloven dat er alleen de fysieke wereld is en dat ons lichaam bewustzijn creëert. Dan kunnen we onszelf weer ervaren als zowel gelijk aan en verschillend van anderen, als verbonden en vrij tegelijk.