Verdraagt liefde tegenstellingen?

Verdraagt liefde tegenstellingen?

Durf je duidelijk ‘nee’ te zeggen tegen je vriend of vriendin? Durf je duidelijk te zijn over je wensen en verlangens? Of ben je bang dat dit tot een conflict zal leiden, omdat het niet passend is bij wat die ander wil of niet wil. Ga je het liefst een conflict uit de weg? Als dat zo is, dan doe je jezelf tekort en tegelijkertijd ook de ander. 

Tegenstellingen worden vaak niet gewaardeerd, terwijl het juist de bron is van ontwikkeling, creativiteit, nieuwe energie. In eerdere columns schreven we over onze hersenen die verdeeld zijn in twee hersenhelften die ieder op geheel verschillende wijze aandacht hebben voor de wereld om ons heen. De Rechterhemisfeer (RH) -ervaart- de wereld en de Linkerhemisfeer (LH) maakt een model van de wereld en handelt op basis daarvan. De RH is -in-de-wereld-en de LH heeft geen rechtstreekse ervaring, maar werkt met een model. Daardoor is het voor de LH -ik-en-de-wereld- of -ik-tegen-de-wereld. 

We hebben dus twee wereldbeelden in één persoon, de RH voor het overzicht en het in-de-wereld-zijn. De LH denkt vanuit een model. Dat model is de zekerheid voor de LH en daarom vindt de LH tegenstellingen vervelend. De LH kan niets met tegenstellingen, omdat het niet in zijn model past. We zien het in de politiek. Tegenstellingen mogen er niet zijn, de andere mening moet onderuit gehaald worden. Politici zijn over het algemeen extremisten, d.w.z. ze denken vooral met de LH en ze zijn ervan overtuigd dat ze gelijk hebben en dat de politici met een andere mening verwerpelijke standpunten hebben. Zo werkt het nu eenmaal bij mensen die hun RH ervaringen niet meer toelaten in hun bewustzijn. De RH weet dat er geen absolute waarheden zijn en beseft dat andere meningen ook van waarde zijn.

Ook in liefdesrelaties kunnen partners het idee hebben dat tegenstellingen niet gewenst zijn. Dat heeft te maken de eerdere ervaringen van één van de partners of van beide partners. Eén van de partners kan geconcludeerd hebben dat zijn of haar mening er niet toe doet of dat hij of zij als individu niet goed genoeg is. De persoon heeft geleerd de eigen mening niet te uiten, omdat hij of zij anders afgewezen wordt. Het, meestal onbewuste, geloof (model) kan zijn dat in intieme relaties slechts één visie kan standhouden. Het jezelf wegcijferen als strategie is vervolgens ’overlevingsgedrag’ geworden en dat gaat vanzelfsprekend ten koste van wie je werkelijk bent. Overlevingsgedrag vindt zijn logica dus in een door jezelf bedacht model van de realiteit en daarmee is het per definitie een LH fenomeen. Het is vaak geleerd in een periode dat je veel jonger was, vooral in de eerste zes jaar van je leven, waardoor het gebaseerd is op kinderlijke overtuigingen.

De rechtstreekse ervaring, we noemen dat onze eigen natuur, zit in de RH. Als je nu systematisch reageert vanuit je overlevingsgedrag (LH), dat doe je je eigen natuur (RH) geweld aan. Iedereen wil natuurlijk graag zichzelf zijn en alles uit het leven halen, dat lukt niet als je aan het overleven bent. Dat geldt ook voor liefdesrelaties. Iedereen wil toch eigenlijk een zo’n mooi mogelijke liefdesrelatie. Dat lukt niet als één van partners, of beide, aan het overleven is in de relatie, bijvoorbeeld omdat hij of zij denkt dat tegenstellingen relatie verstorend zijn. Wij zijn van mening dat tegenstellingen juist een relatie verrijken en verdiepen.

Als we vanuit een model met elkaar omgaan (LH), geven we een vertekend beeld van onszelf aan de ander en verstoren we een echte ontmoeting.

Vooral in een liefdesrelatie lijkt het toch essentieel om elkaar juist te ontmoeten in wie we werkelijk zijn. Het zou jammer zijn als we van elkaar denken te houden op basis van elkaars image. Hoe willen we dan in een dergelijke liefdesrelatie kunnen voelen dat er van ons gehouden wordt?

Dus als we authentiek zijn in onze liefdesrelatie en ons niet laten verstoren door geloofsregels vanuit een geleerd model, dan kunnen we ervan uit gaan dat we beide even veel recht hebben om plek in te nemen met verlangens, visies, ideeën enzovoort. We hoeven niet te strijden voor een plek en we hoeven ook niet bang te zijn dat we de ander wegdrukken als we onze eigen plek innemen. Vanuit de RH is er -samen- en zijn -verschillen- geen fenomenen die elkaar moeten uitsluiten.

Vanuit de RH kunnen we constateren dat er een verschil is en vervolgens actief geïnteresseerd zijn in de ander, in wat die wil en waarom, zonder ons eigen standpunt op te hoeven geven.

Geïnteresseerd zijn in elkaar werkt verbindend en omdat we elkaar in vertrouwen nemen over wat er in ons speelt, waarborgen we onze vrijheid om te zijn wie we zijn. Vervolgens kunnen we samen beslissen over wat we doen met de verschillen.