Het volk mort (10) – stem op narcistische politici.

Het volk mort (10) – stem op narcistische politici.

Het lijkt erop dat we ons meer verbonden voelen met geld en macht, dan met elkaar, de natuur, waarheid en rechtvaardigheid. Er heeft een omkering van waarden plaatsgevonden en deze is nog steeds gaande. Hoe doen we dat, hoe zorgen we ervoor dat we massaal met deze omkering van waarden bezig zijn? Hoe komt het dat we steeds individualistischer worden, terwijl we weten dat sociale verbondenheid voorwaarde is voor een mooi en goed leven.

We stellen ons de vraag of het mogelijk is om geboden voor een ongelukkige samenleving op te stellen en zo te reflecteren op wat we fout doen? Vandaag gaan we in op narcistische politici.

Gebod 10: stem op narcistische politici

Pak er een stemwijzer bij en het zal vooral gaan over toekomstige politiek. We moeten kennelijk vergeten dat in de politiek beloftes aan de kiezers vaker niet dan wel nagekomen worden en dat de stemwijzers zo een vorm van wensdenken zijn. Over de betrouwbaarheid van politici, dat doen wat ze toegezegd hebben, worden geen vragen gesteld. Na de verkiezingen komt er een coalitie en alle deelnemende bewindslieden worden geacht met één mond te spreken. De regering wordt gesteund door de kamerleden van de coalitiepartijen, die gedisciplineerd de bewindslieden ondersteunen. Partijleden doen alsof ze het over ieder standpunt met elkaar eens zijn. Dat is ongeloofwaardig en kan niet zonder onbetrouwbaar te zijn voor de kiezers. Gevolg is wel dat de tweede kamer (wetgevende macht) daardoor te veel macht geeft aan het kabinet (uitvoerende macht). 

Veel politici hebben een aantal kenmerken gemeen, zoals schaamteloos kunnen liegen, mensen zien als middelen(stemvee), koste wat het kost een eigen doel behalen, geen empathie voelen maar wel veinzen, weten waar de gevoelige plek bij een ander zit, charmant overkomen. In verkiezingstijd lijkt het alsof we kunnen kiezen uit tientallen integere, dienstbare personen, na de verkiezingen is de macht geconcentreerd bij de uiteindelijke coalitie en is er van de beloofde dienstbaarheid niets meer over. Een recent voorbeeld gaf landbouwminister Adema. Twee weken voor de verkiezing stapte hij naar voren en stelde “het huidige stikstofbeleid is in de praktijk niet werkbaar en is doorgeslagen modellenwerkelijkheid”. Veel vissers en boeren wisten dat al lang, maar dicht bij de verkiezingen mocht Adema, zeg maar Piet, vrij zijn eigen mening geven. Politieke criminaliteit werd het genoemd, maar hij deed gewoon wat gebruikelijk is in zijn vak.

Veel politici zijn linkerhersenhelft denkers, dat betekent dat ze een model als waarheid zien en dat eigen belang prioriteit heeft. Eigen belang staat gelijk aan meegaan met het partijstandpunt, anders volgt uitstoting. Hoeveel tegenargumenten en waarschuwingen zijn er niet geweest in de stikstofdiscussie en bij het toeslagenschandaal, de Coronamaatregelen, de vele problemen bij de jeugdbescherming en ga maar door. Het is echt geen uitzondering dat hele gezinnen door de macht misbruikende overheid gesloopt worden, onder toeziend oog van onze volksvertegenwoordigers die zich kenmerken door de wil om niet te weten. Eigen belang staat voorop in de werkrelaties van een politicus: “Ik ga jouw gebruiken om mijn eigen doelstelling te behalen en ik verwacht dat jij hetzelfde doet bij mij”. Het is voor hem of haar vanzelfsprekend dat mensen elkaar gebruiken. Dit komt omdat hij of zij afscheid genomen heeft van zijn natuurlijke mogelijkheid en verlangen naar oprechte verbondenheid met zijn omgeving. Daarvoor in de plaats is overlevingsgedrag gekomen. Dat is een relevant probleem, omdat het in de politiek juist gaat om wat ons gemeenschappelijke belang is. En dat helpt het niet als de mensen aan wie we de politiek uitbesteed hebben, zich specialiseren in “eigen belang”. 

Vrienden en geliefden waarderen elkaar en zijn oprecht geïnteresseerd in elkaar en de kwaliteit van de verbinding die ze met elkaar hebben staat centraal en niet het profijt dat ze eraan kunnen ontlenen. De politieke leider licht er een specifiek aspect van het met elkaar omgaan uit en legt dat op een dwingende manier op aan de relatie. Wordt een vriendschapsrelatie gekenmerkt door het woord samen, een politieke vriendschap is als los zand. Er is alleen een tijdelijk samen als dat instrumenteel voordelig lijkt te zijn. Het gaat om iets voor elkaar krijgen en daar is de ander wel of niet nuttig voor.

In zijn communicatie kan hij vernederend, hard en ruw zijn naar de ander, die gezien wordt als de tegenstander. En een tegenstander moet je ondergraven of overtroeven. Het doel heiligt de middelen. Zo zijn liegen, draaien, framing, met opzet de ander verkeerd begrijpen, verdraaien van de woorden van een ander en relevante informatie achterhouden gangbare gereedschappen van de politiek leider. Om dit soort technieken goed onder de knie te krijgen, wordt de politicus bijgestaan door communicatieadviseurs. Hierdoor leert hij of zij vooral om goed over te komen op anderen, want dat is de eigenlijke deskundigheid. De politiek leider is een echte overlever en overlevers zijn nu eenmaal erg ontvankelijk voor informatie dat een eerder ingenomen standpunt rechtvaardigt. Er is sprake van een vrees voor informatie die afwijkt van hun bestaande opvattingen. De politicus stimuleert ons niet om zelf na te denken of om een dialoog aan te gaan met andersdenkenden, maar om de mening van de partij over te nemen. Het resultaat is optimaal als wij op onze beurt weer identificeren met hem of haar en de partij. 

Ons stemadvies is: stem op iemand waarvan u denkt dat hij of zij integer is, iemand die de mensen die op hem gestemd hebben wil vertegenwoordigen en die open blijft staan voor feedback van de stemmers. Ook al is het niet makkelijk om zo iemand te herkennen onder de politici, voor zover ze er al zijn. Veel succes.