Leugen en bedrog op het Binnenhof.

Leugen en bedrog op het Binnenhof.

“Ik lieg niet, nooit. Heb ik u ooit belazerd?”, sprak een bijna wanhopige PM (Prime Minister) tot de tweede kamer”.

“Nee, ik heb niet gesproken over een kamerlid, de klokkenluider in de tweede kamer, zei onze PM tegen een journalist en stortte ons land daarmee in de volgende crisis. We hadden al te maken met de PFAS-crisis, de stikstofcrisis, de toeslagen-crisis, een klimaatcrisis, allemaal onopgelost. Onze regering was al demissionair en de PM grapte nog dat hij nu zelfs meer macht had, omdat hij niet meer weggestuurd kon worden. 

Als het alleen maar om een slecht geheugen ging, was er nog mee te leven. Maar onze MP heeft ook een eigen doctrine die er samengevat op neer komt op ‘wie niet weet, wie niet deert’. In dit geval is de ‘wie’ onze gekozen volksvertegenwoordiging, zitting hebbend in de tweede kamer. We hebben op deze manier geen tegenmacht meer, legde de klokkenluider tot vervelens toe uit. Hij werd zo een luis in de pels van de machtigste man van Nederland. Herstel van het vertrouwen tussen burgers en overheid is het hoofdthema van zijn recent uitgegeven boek, “een nieuw sociaal contract’. Hij wees op het gebrek aan integriteitsbesef en het focussen op het behoud van macht van de zittende elite. 

“Functie elders, met de naam van de luis” stond er te lezen op een stapeltje papieren van de verkenner en demissionair viceminister-president. De PM, onder wiens leiding de jagende overheid in de toeslagenaffaire tienduizenden gezinnen kapot maakte, aan wie niets bleef kleven, was van het ene op het andere moment een pathologisch leugenaar, een psychopaat en wat politici maar aan diepe beledigingen konden bedenken. Dat één op de vijf gezinnen in de schulden zit, de dakloosheid groot is, jonge mensen zonder steun van hun rijke ouders geen huis meer kunnen kopen of huren, een vaste aanstelling voor jonge mensen steeds moeilijker wordt, de N.A.M al schadeloosgesteld is, maar de burgers in Groningen niet, waar de winsten van de grootbedrijven stijgen, maar de lonen al lang niet meer, dat was niet het struikelblok. Ook de functies elders die alle in de problemen gekomen politieke ‘vrienden’ van de PM in het verleden al kregen, werd door de vingers gezien. De machtsdronken PM kon zelfs de “Onderzoekscommissie toeslagen affaire” zonder problemen melden dat hij de wet zou overtreden als dat politiek nodig was. Ja, hij waande zich onaantastbaar.

De PM wilde de notulen van de gesprekken van de verkenners niet prijsgeven, met als moreel ‘hoogstaand’ argument dat vrijgave de onderlinge verhoudingen zou kunnen verstoren. Het zou tot ongewilde emoties kunnen leiden. Wat wel openbaar mocht, waren zijn eigen aantekeningen en verder enkel die fragmenten van andere aantekeningen waar de naam van de weg te werken politicus in voor kwam. Deze weg te werken politicus heeft verdacht veel weg van een integer persoon en kon kennelijk niet gebruikt worden bij de plannen van de VVD-leider.

De PM maakte zich grote zorgen over de gevolgen van volledige transparantie, het waren immers vertrouwelijke gesprekken, waar mogelijk ook over collega’s gesproken werd, ‘je weet het niet’. De vertrouwelijkheid waarin de gesprekken gevoerd waren, gebood ook dat het nooit naar buiten zou mogen komen. Of dat soort vertrouwelijkheid vertrouwen genereert bij diegenen die afwezig zijn bij dergelijke gesprekken is niet per se geloofwaardig. Hoezo transparantie?

Het openbaar maken zou het risico geven de komende weken eindeloos bezig te moeten met het herstellen van persoonlijke verhoudingen. Daarom was het beter om de geëiste transparantie te begrenzen, herhaalde de PM.

Om te beginnen komt het ons voor dat deze aangeboden ‘begrensde transparantie’ innerlijke tegenstrijdig is. Maar er is meer. Dat vrijwel ieder kamerlid nu transparantie eist, is zeer te waarderen. Echt prachtig, als het nu maar niet enkel gebruikt wordt om onze PM te doen verdwijnen, want dan is het opnieuw weer machtspolitiek. In dat geval zou na zijn vertrek het gerechtvaardigd zijn om de transparantie weer net zo snel in de vergetelheid te laten verdwijnen en zijn we niets opgeschoten.

Heel begrijpelijk dat onze PM huivert voor het idee om openbaar te maken wat gezegd wordt door politici over collega’s. Hij stelt dat het zou kunnen (je weet maar nooit), vast zeker wetende dat het zelfs de gewoonte is om het ook over andere collega’s te hebben in de gesprekken. En dat hierdoor aan het licht zou komen hoe de persoonlijke verhoudingen in de politiek verziekt zijn. En dat houdt hij liever geheim. Hij is dus niet bang voor het verstoren van onderlinge verhoudingen, maar voor het aan het licht komen van de aanwezige verstoringen die doorlopend optreden. Dat is juist het probleem bij de moraal- loze politiek, waar de klokkenluider ook al op wees.

Als wel geheel bloot komt te liggen in welke mate de verhoudingen verstoord zijn, dan zou er pas een mooi vertrekpunt zijn om deze verhoudingen op te schonen en te repareren. Hou je het onder het vloerkleed dan kan het rottingsproces zich verder ontwikkelen. 

Door de ogen van onze MP is liegen en relevante informatie achterhouden (passief liegen) een onmisbare sociale vaardigheid, omdat je daarmee controle kan uitoefenen op de uitkomsten van besluiten bij ogenschijnlijke samenwerking met andere politici. Leg je alles bloot, dan weet je niet wat de andere politicus daarmee doen en welke kant de besluitvorming gaat. 

Wij hebben de opvatting dat samenwerking pas transparant samenwerken is als ieder zijn of haar informatie deelt met de ander om samen ergens te komen, maar dat is iets voor idealisten, zoals de ‘labiele’ klokkenluider. Want je kwetsbaarheid tonen is voor de machtspoliticus de ultieme zwakte. 

Deze weg te werken politicus is dus in het geheel niet labiel of overspannen, maar functioneert uiterst gezond. Het is zeer adequaat aangeslagen te zijn als je in herhaling onheus bejegend wordt door diegenen met wie je hebt samen te werken.

Een laatste opmerking ten aanzien van praten over collega’s in afwezigheid van diegene. Het zou iets moois hebben om over collega’s te praten op zo’n manier dat het ook precies zo tegen de afwezige collega gezegd kan worden en alsnog aan diegene meegedeeld wordt. Dat is transparantie!